Bambi Bogert(New York, 1966) begon haar journalistieke carrière als 18-jarige reporter bij de Hitkrant. Een droombaan, die ze veroverde met een handgeschreven stuk over de band van Prince. Het popidool is niet meer onder ons en ook de droombanen lijken voorgoed te zijn verdwenen. Maar Bambi blijft positief: ‘Ik verdiende meer bij de Hitkrant dan nu als freelancer. Maar we moeten door de zure appel heen bijten, er komt verbetering.’
Hoe ben je als 18-jarige bij de Hitkrant terechtgekomen?
‘Op mijn zestiende ben ik door problemen thuis eigenlijk het huis uit gevlucht en kwam ik op straat terecht. Ik zat toen op het gymnasium, maar was met overleven bezig en niet met mijn school afmaken. Uiteindelijk ben ik via-via in de journalistiek beland; ik kreeg een droombaan als reporter bij de Hitkrant. ‘Schrijf maar een stuk over de band van Prince The Revolution,’ vertelden twee mannen in pak me tijdens mijn sollicitatie. Ik kon niet eens typen maar schreef met de hand een stuk over Wendy en Lisa, Prince’s achtergrondzangeressen. Ik had toen veel contacten in de muziekwereld en hoorde dat Wendy en Lisa bezig waren met een solo-project. Ik ben toen met platenmaatschappijen gaan bellen en zij konden me alles vertellen. Toen de mannen het lazen geloofden ze niet dat wat ik schreef echt waar was: ‘Je hebt wel een hele levendige fantasie’, zeiden ze tegen me. Ik vertelde ze hoe ik aan mijn verhaal kwam. Dat ik als 18-jarige mijn weg in de journalistiek al wist, vonden ze zo apart dat ze mij aannamen als leerling-journalist.’
Waar heb je tot nu toe voor geschreven?
Ik denk dat mensen mij vooral kennen van Oor (een muziekmagazine – red.) en Nieuwe Revu. Daarnaast werkte ik voor damesbladen als LINDA en de Volkskrant en het Parool. Ook heb ik veel televisie gemaakt: onder andere reportages over lifestyle, kunst en jongerencultuur voor MTV. Een beetje vergelijkbaar met wat Vice nu is.’
Krijg in de huidige tijd nog genoeg betaald voor je werk?
‘Het is echt bizar, maar ik krijg nu als dagprijs vaak minder dan toen ik begon als leerling-journalist. Ik kreeg toen, zonder blikken of blozen, een dagprijs van 250 of 300 gulden. Nu mag je in je handen knijpen als je dat krijgt in euro’s.’
Is er een toekomst voor de journalistiek?
‘Het is een tijdje bar en boos geweest, maar ik denk dat de behoefte aan kwaliteitsjournalistiek weer toeneemt. Zowel door nepnieuws als citizen journalism zijn steeds meer mensen geneigd te betalen. Samen zetten we daarmee de gratis content aan de kant. We moeten even door deze zure appel heen bijten. Er komt verbetering en ik ben blij dat ik heb volgehouden en heb leren omgaan met nieuwe media. Anders was ik denk ik moestuinierder geworden in Amsterdam. Ik zag mezelf al rondlopen.’
Heeft De Coöperatie hierin nog een rol gespeeld?
‘Net als dat je mee moet gaan met de digitalisering van de journalistiek, moet je ook bij De Coöperatie de interactie zelf bewerkstelligen. Sommige leden zijn heel enthousiast en willen van alles doen; zetten projecten op, komen op bijeenkomsten, gaan actief netwerken. Er ontstaan hele leuke initiatieven. Maar sommigen zeggen ook: ‘Ik ben lid geworden van De Coöperatie, maar er gebeurt eigenlijk niets.’ Als betalend lid vinden ze dat ze er iets voor horen te krijgen, dat er iets voor ze gedaan of geregeld wordt. En die mensen die hebben het niet helemaal begrepen. Want je moet er zelf mee aan de slag. Die mensen raken teleurgesteld. Maar ik kan goed mijn ei kwijt, want ik ben iemand die graag initiatief neemt.’
Welke initiatieven neem je dan?
Momenteel werk ik samen met De Coöperatie aan een online platform waarvan vluchtelingjournalisten de content verzorgen, in samenwerking met Nederlandse journalisten: RFG Magazine. Daarnaast ben ik bezig met het opzetten van een mediatak bij De Coöperatie, waarmee we meer programmamakers en audiovisuele journalisten willen aantrekken. Ik heb een groot hart voor film, video en muziek en dat mis ik nu een beetje bij De Coöperatie. Nieuwe projecten vormgeven, oprichten en lanceren vind ik ontzettend leuk. Maar op het moment dat het loopt ben ik klaar, en wil ik door naar het volgende avontuur.’